Tuchtsancties.
Afdeling I. – Algemene tuchtsancties.
Ongeacht de aard van de tuchtrechtelijke inbreuk kunnen de volgende tuchtsancties worden opgelegd :
1° berisping met inschrijving in het in artikel 146 bedoelde register voor tuchtsancties;
2° beperking of ontzegging, voor een maximumduur van dertig dagen, van het recht om in de kantine bepaalde voorwerpen aan te schaffen, met uitzondering van toiletartikelen en artikelen voor briefwisseling;
3° afzondering in (de aan de gedetineerde toegewezen verblijfsruimte), zoals hierna in afdeling IV nader bepaald, voor een maximumduur van dertig dagen voor een inbreuk van de eerste categorie en voor een maximumduur van vijftien dagen voor een inbreuk van de tweede categorie;
4° opsluiting in een strafcel, zoals hierna in afdeling III nader bepaald, voor een maximumduur van negen dagen voor een inbreuk van de eerste categorie en voor een maximumduur van drie dagen voor een inbreuk van de tweede categorie;deze sanctie kan voor een maximumduur van veertien dagen worden opgelegd in geval van gijzelneming
Afdeling II. – Bijzondere tuchtsancties.
De volgende tuchtsancties kunnen voor een maximumduur van dertig dagen worden opgelegd voor een inbreuk van de eerste categorie en van vijftien dagen voor een inbreuk van de tweede categorie, mits er een verband is met de aard of de omstandigheden van de tuchtrechtelijke inbreuk :
1° de ontzegging van bezit van bepaalde voorwerpen;
2° de ontzegging of beperking van het recht om een beroep te doen op de bibliotheekvoorzieningen, onverminderd het recht van de gedetineerde om vanuit de bibliotheek informatie te bekomen die bestemd is voor een door hem aangevatte opleiding, of die kadert in het recht op de vrije beleving van godsdienst of levensbeschouwing;
3° de ontzegging of beperking van de omgang met bezoekers van buiten de gevangenis; betreft het de in artikel 59, § 1, bedoelde personen, dan bestaat de sanctie in het organiseren van het bezoek in een lokaal dat is voorzien van een transparante wand diede bezoekers van de gedetineerde scheidt;
4° de ontzegging of beperking van het in artikel 64 bedoelde recht om te telefoneren;
5° het verbod om deel te nemen aan culturele, sportieve of ontspanningsactiviteiten in gemeenschappelijk verband.
6° het verbod om deel te nemen aan werk in gemeenschappelijk verband.
7° het verbod om deel te nemen aan opleidingsactiviteiten in gemeenschappelijk verband
Afdeling III. – Opsluiting in een strafcel.
Opsluiting in een strafcel bestaat erin de gedetineerde te plaatsen in een speciaal daartoe uitgeruste cel waarin hij alleen verblijft.
De strafcel dient te voldoen aan de eisen inzake veiligheid, gezondheid en hygiëne die de Koning nader bepaalt en dient in ieder geval voorzien te zijn van een oproepsysteem.
Zwangere vrouwen of gedetineerden wier kind van minder dan drie jaar in de gevangenis verblijft, zijn uitgesloten van opsluiting in een strafcel.
Behoudens andersluidende beslissing van de directeur blijft de gedetineerde voor de duur van deze tuchtsanctie ontzegd van het recht :
1° om in de kantine bepaalde voorwerpen aan te schaffen, met uitzondering van toiletartikelen en artikelen voor de briefwisseling;
2° om bezoek te ontvangen van personen van buiten de gevangenis; indien de tuchtsanctie meer dan drie dagen duurt, wordt bezoek toegestaan aan de in artikel 59, § 1, bedoelde personen in een lokaal dat voorzien is van een transparante wand die de bezoekers van de gedetineerde scheidt;
3° om te telefoneren, behoudens met een advocaat (of met de persoon die rechtshulp of juridische bijstand verleent in de zin van artikel 104
4° om contacten te hebben met demedia;
5° om deel te nemen aan activiteiten in gemeenschappelijk verband;
6° om in het bezit te blijven van de hem toebehorende voorwerpen;
7° om voorwerpen of materialen in zijn bezit te hebben voor individuele vrijetijdsbesteding, behoudens de in artikel 136 bepaalde uitzonderingen.
De gedetineerde ontvangt voor de duur van de opsluiting in een strafcel geen inkomsten uit arbeid of opleidingsbijdrage.
De directeur draagt er zorg voor dat de gedetineerde die in een strafcel is opgesloten :
1° de maaltijden kan gebruiken onder betamelijke omstandigheden, behoorlijke kledij en schoeisel van de gevangenis ter beschikking krijgt en zijn uiterlijk en lichamelijke hygiëne fatsoenlijk kan verzorgen;
2° over voldoende lectuur beschikt;
3° de mogelijkheid heeft om minstens één uur per dag in de buitenlucht te verblijven;
4° de individuele vormingsactiviteiten verder kan zetten die niet onverenigbaar zijn met de opsluiting in een strafcel;
5° briefwisseling kan voeren
6° zijn godsdienst of zijn levensbeschouwing individueel kan beleven en belijden en daartoe dagelijks het bezoek kan ontvangen van de daarvoor aan de gevangenis verbonden of tot de gevangenis toegelaten vertegenwoordiger van zijn godsdienst of levensbeschouwing;
7° een beroep kan doen op een advocaat en juridische bijstand;
8° een beroep kan doen op psychosociale en medische hulpverlening.
Op positief advies van de arts kan een observatie door middel van een camera, microfoon of enig ander technisch middel plaatsvinden wanneer het voor de vrijwaring van de fysieke integriteit van de gedetineerde geboden is. De gedetineerde wordt hiervan in kennis gesteld.
Dagelijks bezoeken de directeur en een arts de gedetineerde om zich te vergewissen van diens toestand en situatie en om na te gaan of de gedetineerde geen klachten of opmerkingen te formuleren heeft.
De personen of instanties die belast zijn met het toezicht en de controle over de gevangenissen of de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel zijn gerechtigd de gedetineerde in de strafcel te bezoeken.
Bij elke opsluiting in een strafcel stelt degene die de tuchtsanctie oplegt een formulier op met vermelding van de identiteit van de gedetineerde, van de feiten en van de omstandigheden die aanleiding hebben gegeven tot deze tuchtsanctie.
Voor de ganse duur van de tuchtsanctie wordt per dag op het formulier genoteerd, met vermelding van het uur van aanvang en beëindiging, wie de gedetineerde heeft bezocht en om welke reden de gedetineerde de strafcel heeft verlaten. Naar aanleiding van het bezoek dat de directeur hem dagelijks brengt kan de gedetineerde zelf opmerkingen met betrekking tot zijn toestand en situatie doen optekenen op dat formulier.
Personen of instanties die belast zijn met het toezicht en de controle over de gevangenissen of de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel kunnen zich dit formulier gedurende de ganse duur van de tuchtsanctie doen voorleggen. Zij kunnen er hun eigen opmerkingen optekenen evenals deze van de gedetineerde.
Nadat de opsluiting in een strafcel is beëindigd, wordt dit formulier geklasseerd in het dossier van de gedetineerde.
Indien gedurende de tijd van zijn verblijf in de strafcel de gedetineerde een zware aanslag pleegt op de fysieke integriteit van een persoon, kan de opsluiting in de strafcel worden verlengd. Het verblijf in de strafcel kan in geen geval als gevolg van deze opeenvolgende beslissingen veertien dagen overschrijden.
Afdeling IV. – Afzondering in de aan de gedetineerde toegewezen verblijfsruimte
Deze tuchtsanctie wordt uitgevoerd in de aan de gedetineerde toegewezen verblijfsruimte
Voor de duur van deze tuchtsanctie blijft de gedetineerde ontzegd van het recht om deel te nemen aan gemeenschappelijke activiteiten.
De directeur kan de gedetineerde toestaan deel te nemen aan vormingsactiviteiten in gemeenschappelijk verband en aan activiteiten die verband houden met zijn eredienst of zijn levensbeschouwing.
De directeur draagt er zorg voor dat de gedetineerde :
1° de mogelijkheid heeft om minstens één uur per dag in de buitenlucht te verblijven;
2° zijn godsdienst of levensbeschouwing individueel kan beleven en belijden en daartoe dagelijks het bezoek kan ontvangen van de daarvoor aan de gevangenis verbonden of tot de gevangenis toegelaten vertegenwoordiger van zijn godsdienst of levensbeschouwing
De gedetineerde behoudt het recht om verder bezoek te ontvangen van de in artikel 59, § 1, bedoelde personen van buiten de gevangenis.
Behoudens andersluidende beslissing vanwege de directeur vindt het bezoek plaats in een lokaal dat voorzien is van een transparante wand die de bezoekers van de gedetineerde scheidt.
Het gebruik van de telefoon wordt beperkt tot één telefoongesprek per week, zonder afbreuk te doen aan het recht om te telefoneren naar een advocaat of naar een persoon die belast is met rechtshulp of juridische bijstand, in overeenstemming met wat bedoeld is in artikel 104.
De gedetineerde ontvangt voor de duur van de afzondering op (de aan de gedetineerde toegewezen verblijfsruimte) :
1° geen inkomsten uit arbeid, tenzij voor arbeid verricht buiten gemeenschappelijk verband;
2° geen opleidingsbijdrage voor vormingsactiviteiten in gemeenschappelijk verband die overeenkomstig artikel 83, § 3 met arbeid worden gelijkgesteld, behoudens wanneer de directeur hem heeft toegestaan aan dergelijke activiteiten deel te nemen.
De gedetineerde die het voorwerp uitmaakt van deze tuchtsanctie wordt minstens wekelijks bezocht door de directeur en een arts] die zich vergewissen van de toestand van de gedetineerde en nagaan of de gedetineerde geen klachten of opmerkingen te formuleren heeft.
Indien, tijdens zijn periode van afzondering in (de aan de gedetineerde toegewezen verblijfsruimte), de gedetineerde een zware aanslag pleegt op de fysieke integriteit van een persoon, kan deze afzondering op cel verlengd worden, op basis van een beslissing die genomen wordt overeenkomstig de in hoofdstuk V bepaalde procedure. De afzondering in de aan de gedetineerde toegewezen verblijfsruimte kan als gevolg van deze opeenvolgende beslissingen in geen geval vijfenveertig dagen overschrijden.