[gtranslate]
Als een overlijden in onduidelijke omstandigheden heeft plaatsgevonden of wanneer er duidelijk sprake is van een gewelddadig overlijden, wordt de Procureur des Konings hiervan via de politie op de hoogte gebracht.
De Procureur des Konings stelt in dergelijke situatie een onderzoek in: een informatie- of vooronderzoek genoemd. Het vooronderzoek wordt door de onderzoeksrechter overgenomen wanneer deze door de Procureur des Konings wordt gevorderd.
Dan spreken we van een gerechtelijk onderzoek.
lndien uit het informatieonderzoek blijkt dat er geen elementen zijn die wijzen op enige criminele betrokkenheid van derden, zal het dossier geseponeerd worden.
Het lichaam zal door de Procureur des Konings vrijgegeven worden.
lndien duidelijk blijkt – of het onzeker is – dat er enig misdadig opzet is, zal de onderzoeksrechter gevorderd worden met het oog op een gerechtelijk onderzoek.
Het is belangrijk om alle sporen na te gaan. Alleen op die manier kunnen we proberen de waarheid te achterhalen en meer duidelijkheid te krijgen over de
omstandigheden van het overlijden. Om die reden zal de Procureur des Konings of de onderzoeksrechter naast het onderzoek door de bevoegde politiediensten, vaak beroep doen op andere deskundigen zoals een wetsarts. Deze onderzoeken zijn ook in het belang van u, als nabestaande, om een beter zicht te krijgen op wat er precies gebeurd is.
De gevorderde onderzoeksrechter leidt het gerechtelijk onderzoek.
De politiediensten proberen de omstandigheden van het overlijden te achterhalen d.m.v. verhoren, een buurtonderzoek enz.
De wetsarts onderzoekt het lichaam. Hij/zij kan een uitwendig onderzoek uitvoeren of een inwendig onderzoek (autopsie).
Het lichaam wordt gedurende die tijd in beslag genomen en ter beschikking gehouden van het gerechtelijk onderzoek. Dat houdt in dat de ambtenaar van de burgerlijke stand nog geen toestemming krijgt tot begraven. Pas nadat de nodige onderzoeken zijn gebeurd, wordt de toestemming gegeven en wordt het lichaam vrijgegeven. Het onderzoek door het gerecht loopt inmiddels verder tot alle nodige gegevens zijn verzameld.
Het gerechtelijk onderzoek laat de wetsdokter niet toe om te communiceren over de resultaten van het onderzoek. Voor vragen kan u steeds contact opnemen met de dienst slachtofferonthaal van het parket.
In vele gevallen wordt aan de wetsarts gevraagd ter plaatse te komen om een eerste onderzoek uit te voeren, een zogenaamde uitwendige schouwing. Dit onderzoek kan ook plaatsvinden in het mortuarium van een ziekenhuis.
De uitwendige schouwing is een volledig klinisch onderzoek van het lichaam waarbij gezocht wordt naar de mogelijke doodsoorzaak. Het is vaak niet mogelijk om enkel d.m.v. een uitwendig onderzoek de exacte doodsoorzaak te bepalen. De onderzoeksrechter kan daarom beslissen bijkomend een autopsie uit te voeren.
Een autopsie (inwendig onderzoek) kan u vergelijken met een uitgebreide heelkundige ingreep waarbij het ganse lichaam zorgvuldig wordt onderzocht. Na de autopsie wordt het lichaam naar beste vermogen hersteld. De mortuariummedewerkers verzorgen het lichaam van uw dierbare zoals bij iedere overledene: het lichaam wordt gewassen, aangekleed en opgebaard.
De autopsie wordt regelmatig aangevuld met meer gespecialiseerde onderzoeken die ook meer tijd (enkele weken, soms maanden) vergen, waardoor het definitieve resultaat vaak langer op zich kan laten wachten. Zo zal bijna altijd een zogenaamd microscopisch weefselonderzoek gebeuren. Van verscheidene organen worden stukjes weefsel (biopsies) afgenomen die onder de microscoop worden onderzocht.
Een ander bijkomend onderzoek is het toxicologisch onderzoek. Zo kunnen in een gespecialiseerd laboratorium b.v. ge neesmiddelen, drugs, gittige stoffen enz. in het bloed worden opgespoord.
Het is belangrijk dat het onderzoek zo volledig mogelijk is. Niettemin zal dit altijd met het nodige respect voor de overledene en u, als nabestaande, gebeuren. Het lichaam van de overledene wordt altijd met de grootste eerbied behandeld.
Een vrijgave van het lichaam betekent voor de familie dat de nodige schikkingen kunnen getroffen worden voor de begrafenis. In de regel wordt het lichaam door de Procureur des Konings of de onderzoeksrechter vrijgegeven binnen twee à drie dagen. In uitzonderlijke gevallen kan het langer duren, bijvoorbeeld bij problemen met de identificatie. Voor de begrafenis kan u als familie steeds beroep doen op een begrafenisondernemer naar eigen keuze. Het lichaam kan volgens de wens van de familie naar een andere opbaarplaats worden overgebracht.
In geval van een gewelddadige, verdachte of niet vast te stellen oorzaak van over lijden moet de Procureur des Konings steeds uitdrukkelijk aan de ambtenaar van de burgerlijke stand laten weten dat hij/zij zich niet verzet tegen crematie. Met andere woorden: in het geval dat de Procureur des Konings zich verzet tegen crematie is enkel een begraving mogelijk.
Afscheid nemen van een overledene vooraleer het lichaam is vrijgegeven, kan enkel met toelating van de magistraat die op dat ogenblik het onderzoek leidt (de Procureur des Konings of de onderzoeksrechter).
In het belang van het forensisch onderzoek kunnen noch het lichaam, noch de kledij, noch de bezittingen aangeraakt worden als u uw naaste komt groeten voor de autopsie heeft plaatsgevonden. Het kan gebeuren dat een politiefunctionaris toezicht moet houden tijdens het groeten. De identiteit van diegene die komt groeten, zal geregistreerd worden door de mortuariummedewekers. Deze maatregelen gelden tot het lichaam is vrijgegeven.
Fysiek afscheid nemen van de overledene kan helpen bij het verwerken van dit onverwacht overlijden. Als u dat wenst, kan u zich hierbij ook laten begeleiden.
De duur van het onderzoek valt moeilijk te voorspellen. Sommige onderzoeken duren een aantal maanden, andere duren dan weer een aantal jaren.